Rooms Katholieke Kerk –  Heilige Stoel – Vaticaanstad

Chiesa Cattolica – Santa Sede – Stato della Città del Vaticano (SCV): hoe verhouden deze drie zich tot elkaar ?

Vaticaanstad is een staat die volkenrechtelijk vertegenwoordigd wordt door de Heilige Stoel. Het is dus een territorium waarover de Heilige Stoel soevereiniteit heeft.
De staat huisvest de hoofdzetel van de Rooms Katholieke Kerk (het woord Rooms ontbreekt in het Italiaans !).
Staatshoofd van Vaticaanstad is de Paus.
Vaticaanstad is in 1929 ontstaan als gevolg van het Verdrag van Lateranen.

Daarin werd nadrukkelijk opgenomen dat het een nieuw gecreëerde staat is, dus niet een voortzetting of herleving van de Kerkelijke Staat (die zich vroeger uitstrekte tot in de Romagna).
SCV (Stato della Città del Vaticano) wordt in de volksmond ook wel vertaald met Se Christo Vedesse (= als Christus dit zou zien), vanwege de intriges die er nogal eens spelen.

De Heilige Stoel (ook wel genoemd: Apostolische Stoel) kan worden beschouwd als het centrale bestuursorgaan van de Rooms Katholieke Kerk, de wereldkerk.
Onder internationaal recht wordt de Heilige Stoel, in tegenstelling tot Vaticaanstad, gezien en erkend als rechtspersoon. De Rooms Katholieke Kerk is trouwens ook een zelfstandige rechtspersoon.
De internationale rechtspersoonlijkheid van de Heilige Stoel is uniek. De Heilige Stoel heeft de status van land als permanente waarnemer bij de VN. De Heilige Stoel heeft weliswaar geen stemrecht in de Algemene Vergadering, maar de paus kan als staatshoofd (dus van het quasi-land Heilige Stoel) de Algemene Vergadering van de VN toespreken. Alle andere kerkgenootschappen en godsdienstige verbanden hebben alleen de status van een niet-gouvernementele organisatie.
Er zijn verdragen waarbij de Heilige Stoel zelf een partij is en bij andere verdragen is het een partij als vertegenwoordiger van Vaticaanstad.
Staatshoofd van Vaticaanstad is de paus. De paus is ook alleenheerser over de Heilige Stoel. Die heeft een soort grondwet, de Regimini Ecclesiae Universae. Daarin wordt aan de paus volledige wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht toebedeeld. Niks geen trias politica dus.

Buitenlandse ambassades worden aangeduid als ambassade bij de Heilige Stoel en niet bij Vaticaanstad. Dat zal dus te maken hebben met de status die de Heilige Stoel bij de VN heeft. Het is anders immers ondenkbaar dat Nederland een ambassadeur bij een niet-land maar een kerkgenootschap (en waarom dan alleen dat ene) zou hebben.
Er is in Nederland nogal wat te doen geweest over de vraag of Nederland wel of niet een aparte diplomaat bij de Heilige Stoel moet hebben, dus afgezien van de Nederlandse ambassadeur in Italië. Er is zelfs, op initiatief van de SGP, in 1925 een kabinet op de kwestie gevallen (“nacht van Kersten”). Het toenmalige gezantschap werd geschrapt. Maar inmiddels overheerst toch de overtuiging dat het tactisch handig is om erbij te zijn als zoveel andere landen hun diplomaten bij de Heilige Stoel gebruiken om informeel oplossingen voor wereldvraagstukken in de week te leggen. Formeel geldt ook het argument dat de Heilige Stoel nu eenmaal de status van land heeft bij de VN. Vanaf 1944 is er weer een gezant, die in 1956 geupgrade is tot ambassadeur. Je hoeft niet perse katholiek te zijn om ambassadeur bij de Heilige Stoel te zijn. Het zijn wel allemaal mannen met nette dubbele namen in het rijtje diplomaten die de functie bekleed hebben. Momenteel is onze ambassadeur bij de Heilige Stoel de tweede zoon van Prinses Irene en Prins Carlos Hugo, Jaime Bernardo. Hij zit dus in Rome, naast dat er in Rome ook een ambassadeur bij de Republiek Italïe is. Beide ambassades zijn gevestigd in hetzelfde gebouw, wel met twee aparte adressen en ingangen: Via Michele Mercati 6 resp. 8.
Omgekeerd: de (religieuze) vertegenwoordiger van de Rooms Katholieke Kerk in het buitenland, de pauselijke nuntius, vertegenwoordigt ook de Heilige Stoel, en via die entiteit Vaticaanstad. Dat omdat Vaticaanstad ondergeschikt is aan de Heilige Stoel.

De Heilige Stoel heeft ook bezittingen in Italië buiten het grondgebied van Vaticaanstad, de meeste in Rome. Dat zijn om te beginnen de drie overige pauselijke basilieken (naast de St. Pieter): S. Giovanni in Laterano met zijn Apostolisch paleis, de S. Maria Maggiore en de S. Paolo fuori le Mura inclusief bijgebouwen. Verder het grote gebouw van de Cancelleria midden in Rome en het palazzo di S. Callisto achter de S. Maria in Trastevere. En dan nog een stuk of zeven andere palazzi en een aantal gebouwen op de Gianicolo, o.a. het ziekenhuis Ospedale pediatrico Bambino Gesù.
Buiten Rome het pauselijk buitenverblijf in Castel Gandolfo, in de heuvels aan het meer van Albano, 30 km ten ZO van Rome.
Bij al die gebouwen staan ook steeds strenge bordjes waarop staat dat je je bevindt op “extraterritoriaal” grondgebied. Ze doen denken aan de waarschuwende borden destijds in Berlijn: “you are leaving the American sector”.

Paus Pius IX en het Risorgimento

Een belangrijke paus, de langstzittende Paus na Petrus (35 jaar), in een cruciale fase in de Italiaanse geschiedenis. Het is tijdens zijn pausschap, dat de Paus zijn wereldlijke macht kwijtraakte. De Kerkelijke Staat werd gereduceerd tot het Vaticaan (SCV = Stato della Città del Vaticano).

Iemand met een veelzijdige achtergrond, deze man met de naam Giovanni. Studeerde filosofie en theologie, en daarna aan de Accademia Ecclesiastica, de diplomatenopleiding van de Heilige Stoel. Was directeur van een weeshuis, deelnemer aan een lastige missie naar Chili (na de onafhankelijkheidsstrijd daar) en directeur van een ziekenhuis. Werd aartsbisschop van Spoleto (150 km ten N van Rome) in een tijd van veel onrust en rebellie. De Paus had de Oostenrijkers te hulp geroepen om de orde te herstellen en die deden dat met verve. De aartsbisschop van Spoleto deed er alles aan om represailles te voorkomen. Toen een hoge politiefunctionaris een lijst van kopstukken van de opstand had samengesteld om voor te leggen aan de paus, legde hij die eerst aan Giovanni voor. Die reageerde met: “U begrijpt uw beroep of het mijne niet. Wanneer een wolf van plan is de schapen te verslinden, waarschuwt hij niet de herder.” Daarna wierp hij de lijst in de open haard.

Bij het conclaaf voor de keuze van een nieuwe Paus in 1846 deden de grote mogendheden flink hun best om invloed uit te oefenen. Giovanni gold als liberaal en veranderingsgezind en werd gefavoriseerd door de Fransen. Oostenrijk-Hongarije wilde liever een absolutistische Paus. Giovanni won, met zijn 54 jaar, erg jong voor een Paus.

In eerste instantie nam de nieuwe Paus allerlei maatregelen ten gunste van het volk en in lijn met de wensen van de hervormingsgezinden. Hij werd dan ook erg populair. Het revolutiejaar 1848, in heel Europa, zorgde voor weer nieuwe onrust. Toen de Paus bekend maakte dat hij nooit het pauselijk leger zou inzetten voor de eenwordingsbeweging, maar zijn status van bovenpartijdig, wereldwijd geestelijk leider zou laten prevaleren (ook waarschijnlijk om de grote mogendheden niet voor het hoofd te stoten) was het gauw gebeurd met zijn populariteit. Het werd als verraad aan de goede zaak gezien, zijn pauselijk verblijf werd bestormd en hij werd gevangen genomen. Hij wist, vermomd als gewoon priester, te vluchten naar Gaeta, vlak over de grens richting Napels.

Daar kwam een totale ommekeer in zijn denken, hij veranderde van liberaal in reactionair.

Tijdens zijn verbanning werd in Rome de Repubblica Romana uitgeroepen. Met hulp van de Fransen werd die al snel weer ontmanteld en kon de Paus terugkeren.

Waar de Paus niet op gerekend had was dat Cavour, de premier van het Koninkrijk Sardinië (inclusief Piemonte), met de net tot Franse keizer gekroonde Napoleon III een pact sloot. Ze zouden samen de Oostenrijkers uit Italië verdrijven, de vrijgekomen gebieden zouden aan Sardinië/Piemonte worden toegevoegd, inclusief delen van de Kerkelijke Staat. De bewoners van die gebieden zouden daar door een referendum voor kunnen kiezen (wat ze natuurlijk zouden doen). De Fransen zouden wel in Rome blijven om de pauselijke onafhankelijkheid te blijven garanderen.

De Paus was razend door dit eentweetje achter zijn rug om en excommuniceerde de koning van Sardinië en dreigde hetzelfde te doen met iedereen die de referenda zou steunen.

Hij deed bovendien een oproep aan alle katholieke, ongehuwde mannen in de wereld om hem te komen helpen. Dat vrijwilligersleger zou de naam krijgen van de Pauselijke Zoeaven. In Nederland wist met name de pastoor van Oudenbosch zoveel mannen te recruteren dat er meer dan 3.000 Nederlanders naar Italië reisden om de Paus te hulp te schieten.

Maar het mocht allemaal niet baten, de zoeaven werden verslagen en de Paus moest accepteren dat de Kerkelijke Staat gereduceerd werd tot Rome e.o. Hij probeerde nog wel jaren later als kerkelijk leider, door pauselijke decreten en dreigementen, de parlementaire verkiezingen in het inmiddels gevormde Koninkrijk Italië te frustreren, maar tevergeefs.

Hij was nu geheel afhankelijk van Franse bescherming. Toen die wegviel omdat de Fransen hun soldaten zelf nodig hadden in hun strijd tegen de Pruissen was het gauw gebeurd. Op 20 September (in elke Italiaanse stad is wel een Piazza of Via XX Settembre) 1870 trok Koning Victor Emanuel II Rome binnen en werd de Kerkelijke Staat verder gereduceerd tot het Vaticaan.

De Paus verklaarde zich opzichtig als gevangene en weigerde elke tegemoetkoming voor een oplossing of compromis. Pas in 1929 werd de status van het Vaticaan door Mussolini en Paus Pius XI, vier Pausen later, goed geregeld in het Verdrag van Lateranen.

Om de hernieuwde goede relatie tussen de Italiaanse Staat en het Heilige Stoel visueel te benadrukken werd een open verbinding tussen de stad Rome en het Vaticaan aangelegd, de (prachtige) Via della Conciliazione (verzoening).

Wel jammer, zo’n Paus die zo liberaal en menslievend begint, dan een complete ommezwaai naar autocratisch en reactionair maakt en als een koppige, rancuneuze en gefrustreerde man eindigt.

Bijzonder aan het verhaal vind ik dat er nooit sprake is geweest van enige weerstand of vijandigheid vanuit het volk jegens de kerk als zodanig, als spiritueel instituut. De kerk werd haar eigen positie volledig gegund. Het parool was altijd: “libera chiesa in libero stato” (een vrije kerk in een vrije staat – dus een staat die vrij is van inmenging door de kerk).

Garibaldi

Een enorm charismatische, dappere vechtersbaas, maar ook een volledig ongeleid projectiel, zo zou je Giuseppe Garibaldi kunnen kenschetsen. Met een passie voor de vrijheid van het volk en voor de eenwording van Italië.

Met 25 jaar, officier van de Piëmontese marine, werd hij gegrepen door de idee van de eenwording van Italië en deserteerde hij om met een opstand in Genua mee te kunnen doen. Die werd neergeslagen, Garibaldi werd bij verstek ter dood veroordeeld en vluchtte via via naar Brazilië. Daar was hij generaal en admiraal in de Uruguayaanse Burgeroorlog en leerde hij zijn vrouw Anita kennen.

Terug in Italië verrichte hij in het Risorgimento met een grote groep getrouwen de nodige heldendaden, maar dat ging wel steeds op eigen houtje. Hij was loyaal aan Koning Victor Emanuel II van Savoye, koning van Sardinië en Piëmonte, maar was fel anti clerus en wilde niets liever dan de Paus uit Rome verdrijven. Dat was tegen de officiële lijn van de premier van Piëmonte, Cavour, in die bang was dat teveel druk op de Paus de Fransen ertoe zou aanzetten om extra actief te worden in Italië, terwijl het de vrijheidsbeweging er nu juist om te doen was de grote buitenlandse mogendheden uit Italië te verdrijven.

Cavour, de Bismarck van Italië, moet toch al veel te stellen hebben gehad met het duo Victor Emanuel en Garibaldi. De koning hield zich meer met de berenjacht bezig dan met staatszaken, maar kon plotseling toch eigenzinnig allerlei politieke acties ondernemen, terwijl Garibaldi totaal niet in de hand te houden was. Kwam bij dat de Koning een groot zwak voor Garibaldi had en hem steeds de hand boven het hoofd hield. Tel daarbij op alle republikeinse krachten die een eenwording van Italië onder een koning tegenwerkten en je kunt alleen maar veel bewondering voor Cavour hebben. Uiteindelijk had Cavour toch Frankrijk nodig om de Oostenrijkers te verdrijven en, tot woede van de Paus, achter diens rug om het grootste deel van de Kerkelijke Staat los te weken.

Tot twee keer toe moest Garibaldi door zijn “eigen” Koning en Piëmontees leger gestopt worden om niet naar Rome door te stoten, moest dan in het stof bijten en trok zich vervolgens gedesillusioneerd op zijn eiland Caprera bij Sardinië terug. Zo ook na zijn spectaculaire tocht naar Sicilië (Spedizione dei Mille), en van daar via Calabrië naar Napels en verder. Het was helemaal niet het plan van Cavour en de Koning om (nu al) Zuid-Italië bij Piëmonte te trekken, zij streefden meer naar voorlopig een verenigd Noord-Italië (wel met Rome), maar het overkwam ze dankzij Garibaldi.

Anita deed niet voor haar man onder, ze deed aan de gevechten mee als een vent. Op de Gianicolo staat, op haar graf, een ruiterstandbeeld van haar, waarbij ze met wapperende haren in galop de vijand tegemoet rent, zich met de linkerhand aan haar paard vasthoudt en met haar linkerhand met een pistool zwaait.

Als zowel vader als moeder zo’n sterke vechtersmentaliteit hebben gaat die kennelijk onvermijdelijk over op de volgende generatie. De zoon van Giuseppe en Anita, Riciotti, nam na de dood van zijn vader diens rol over en vocht heldhaftig in vrijheidslegers en het Vreemdelingelegioen in allerlei landen. En ook zijn vier zoons zetten de familietraditie voort, zo valt te lezen in het Museo della Repubblica Romana e della memoria garibaldina in de Porta San Pancrazio.

Met de bus in Rome

De bus is, buiten lopen, het ideale vervoermiddel in Rome.

Er zijn veel lijnen, bussen rijden frequent, en het gebruik van de bus is goedkoop. Via Google Maps of Moovit zoek je op welke bussen je moet nemen om van A naar B te komen. De aangegeven tijden moet je met een korreltje zout nemen, de bussen rijden zelden op tijd.

Het is wel even wennen in de bus: ze rauzen met veel lawaai dwars door de vele kuilen in de weg, wat een enorme herrie maakt, schiet wel lekker op.

Omdat het parkeerbeleid in Rome is dat er geen beleid is, dat de wal het schip maar moet keren, is het enorm moeilijk om een parkeerplaats te vinden, wat er weer toe leidt dat veel dubbel geparkeerd wordt of geparkeerd wordt op hoeken of andere plaatsen die het doorgaande verkeer hinderen. Vooral de bussen hebben daar last van.

Voordeel van de (enkele) trams is dat je bijna altijd kunt zitten en dat die extra frequent rijden. Ook leuk om te doen als sightseeing – lange trajecten.

Een enkele rit bus/tram/metro kost € 1,50. Kaartjes kun je alleen bij de Tabacchi kopen, de kleine winkeltjes met een donkerblauw uithangbord met een grote T erop. Als je weet dat je de komende tijd vaker met de bus gaat is het handig meteen een stapeltje kaartjes te kopen. Je moet zo’n kaartje in de bus in een automaat laten stempelen, je stopt het kaartje in de gleuf van de automaat met de donkere kant van het kaartje naar beneden, een pijl geeft aan in welke richting. Het kaartje springt terug uit de automaat na afstempelen. Je kunt 100 minuten met één kaartje rijden (ook regionale trein), dus soms ook heen en terug.

Je kunt 1-, 2-, 3-, en 7-daagse kaarten voor onbeperkt reizen gedurende die dagen krijgen. Er zijn ook speciale toeristenkaarten, combikaarten met musea etc.

Als je langere tijd in Rome bent is een maandabonnement handig (abbonamento mensile). Dat abonnement kost maar € 35. De abonnementen gaan per kalendermaand, dat is dus even goed plannen. Is nogal een gedoe om die te krijgen, het kan alleen bij een beperkt aantal atac-kantoren. Je moet een pasfoto hebben die ingescand wordt op je creditcard-achtige abonnement. En je moet van tevoren een formulier ingevuld hebben. Handig is om het te regelen bij Stazione Termini: in de hal van het station is een pasfoto-automaat; en in de onderaardse gang van de Metro is een betrekkelijk groot atac-kantoor (let op: het atac-kantoor op het stationsplein staat er nog wel en lijkt toevallig even dicht maar is niet meer in gebruik) met meerdere loketten waar je meestal niet zo heel lang hoeft te wachten als bij de perifere kantoortjes met vaak maar één loket. Als je eenmaal een maandabonnement hebt kun je dat via de atac-site op internet verlengen, je hoeft dan niet opnieuw naar een loket toe.

Aan het loket

Wij wilden een maandabonnement voor de bus kopen en hadden op de atac-website gezien dat dat maar op een beperkt aantal plaatsen kan, o.a. bij het atac-kantoor bij Piramide. Één loket open en een lange rij. Eindeloos wachten. Veel ontstemming in de rij. Plotseling gaat een tweede loket open, opluchting alom. Maar wat gebeurt: de lokettist van het eerste loket staat nu op en trekt met een onhandig gebaar de luxaflex voor zijn loket omlaag, die komisch genoeg halverwege eerst nog scheef komt te hangen, tot groot misbaar van alle wachtenden. Tijd voor zijn pranzo. Zou in Nederland tot woedende reacties van Roover leiden.

 

Fietsen in Rome – regeringsgebouwen

Vandaag met de fiets langs de twee mogelijke keramiekles-adressen voor Sabine gereden.

We hadden al wel gezien dat er nauwelijks gefietst wordt in de stad, ondanks dat het stadbestuur het fietsen erg promoot. Voor zover je fietsers ziet zijn het enkele eenzame snelle mountainbikers.
We hadden uit voorzorg de felgele resp. rode autopech-hesjes uit de auto aangedaan, waardoor we, zeker voor Hollandse begrippen, redelijke voor paal liepen/reden.
Het gevaar komt niet alleen van snel en roekeloos rijdende autos, maar ook en zeker niet minder van het slechte wegdek: kuilen, spleten, ontbrekende plakken asfalt, waar je behendig omheen moet manoevreren.
Romeinen verwachten geen fietsers en zwiepen met goot gemak zonder naar achteren te kijken hun portieren open als ze uit willen stappen. De veel dubbel geparkeerde auto’s maken het fietsen er ook niet safer op.
Tenslotte: onze buurt is zeer heuvelachtig: steile wegen op en af.

Conclusie: we gaan de fiets niet als vervoermiddel gebruiken, bussen rijden zeer frequent naar alle hoeken en gaten en ze kosten weinig. We gaan alleen door het drukke verkeer fietsen om naar plekken te komen waar het toeren per fiets mooi is (langs de Tiber, Via Appia Antica).

Regeringsgebouwen:


(Palazzo del) Quirinale – Piazza del Quirinale: ambtszetel van de Presidente della Repubblica (President)


Palazzo Chigi –  Piazza Colonna: ambtszetel van de Presidente del Consiglio (Minister president – premier)


Palazzo Montecitorio – Piazza Monte Citorio (naast Piazza Colonna): Camera dei Deputati (Tweede Kamer)


Palazzo Madama – Piazza Madama: Senato della Repubblica (Eerste Kamer)

 

Mijn eerste werkdag

Een spannende ervaring: hoe gaat het zijn om in een Italiaans kantoor te werken ?

“Mijn” kantoor is in een huizenblok in een zo te zien redelijk goede buurt vlak achter de Circonvallazione Gianicolense, in de wijk Monteverde Nuovo. Ik had in november 2016 al kennis gemaakt met Gertruud van Leijen, de eigenaresse van Studio Van Leijen. Studio is de algemene term voor kantoren van professionele dienstverleners. Zo heet een advocatenkantoor een Studio Legale. Studio Van Leijen helpt instellingen en bedrijven om aan EU-subsidies voor innovatieve projecten te komen en treedt op als consultant en beheerder van die eenmaal goedgekeurde (altijd EU-internationale) projecten. Getruud is zo’n 30 jaar geleden verliefd geworden op een Italiaan en in Rome gaan wonen, ze doet dit werk al jaren, eerst in loondienst, later als eigen ondernemer. Ze heeft momenteel twee medewerkers in dienst: S (man) en E (vrouw), jong, goed opgeleid. Ik ga me in eerste instantie bezighouden met het financieel management van de Studio, later misschien ook met projecten.

S en E leken niet erg op de hoogte van mijn komst, maar vonden het evenmin raar dat een Nederlandse 65+er ineens bij hen op kantoor kwam. Ze zijn vriendelijk, zonder verder enige toeschietelijkheid of interesse, het lijkt ze niet erg uit te maken of ik er wel of niet ben. Ik zit bij hen op de kamer (op mijn verzoek) maar het Italiaanse leereffect zal nog later moeten blijken. Ik had op het in Nederland gebruikelijke kantoorgeleuter en op leerzame telefoongesprekken van hen met projectpartners gerekend, maar ze hebben hun bureaus elk tegen een andere muur staan (in Nederland zouden die gezellig tegenover elkaar gezet zijn), en ze werken zwijgzaam en geconcentreerd voor zich uit.

Voorzover ik dat op de eerste dag vluchtig uit de mij door Gertruud voor mijn opdracht ter hand gestelde cijfers heb kunnen opmaken verdient S, die meerdere talen spreekt en al heel wat ervaring heeft, netto niet meer dan iets van € 1.325 per maand !

Grappig is dat Gertruud tijdens ons gesprek rond 11 uur opstond en zei: we geen even samen met de anderen koffie drinken. Dat bleek te betekenen dat we allen de deur uitgingen om naar een nabijgelegen Bar/caffè te lopen en daar ieder een capucchino of espresso te drinken met een dolce erbij. Dus geen koffieautomaat met plastic bekertjes in de gang. En dat was het dan ook wel voor de hele morgen, geen eindeloze koppen koffie. Gertruud betaalde.

Bij de lunch ging het verschillend: S moest even naar huis, E had een tupperware bakje meegenomen en at de inhoud in de keuken en Gertruud en ik gingen weer naar buiten, naar een Tavola Calda om een pizza alla taglia te eten.

Studiedag “Het antieke Rome” (Vrije Academie)

Studiedag “Het antieke Rome” Vrije Academie (Diana de Wild)
24 juni 2017, Apeldoorn

  1. Niet Zeus/Jupiter maakte Rhea Silva (moeder van Romulus en Remus) zwanger maar Mars.
  2. De zeven heuvelen van het antieke Rome: met de klok mee, te beginnen bij 9 uur: Capitolinus, Quirinalis, Viminalis, Esquilinus, Caelius, Aventinus, Palatinus.
  3. Trajanus ligt begraven onder in zijn zuil op het Keizerforum.
  4. Het antieke Rome is in een klein gebied rond de Palatijn.
  5. Wat nu het Centro Storico (Middeleeuws) is lag toen buiten de stad: Marsveld (Campus Martius). Daar werden de doden begraven (altijd buiten de stad).
  6. Aanrader: Centrale Montemartini (zie website) is een oude 19e eeuwse energiecentrale, nu ingericht als dépendance van het Capitolijns Museum.
  7. Beelden van liggende mannelijke goden geven meestal rivieren aan.
  8. Forum Holitorium: naast Teatro Marcello. De huidige kerk San Nicola in Carcere is gebouwd over drie tempels heen, tov bushalte Petroselli – heenweg.
  9. Area sacra di Sant’Omobono: ligt daarnaast.
  10. Forum Boarium: ligt daar weer naast, is de ronde tempel bij de bushalte aan de overkant – terugweg, en fontein.
  11. Panteon: huidige versie is gebouwd door Hadrianus, ca. 125 n. Chr. De inscriptie op het fronton met de naam Marcus Agrippa dateert van een vorige versie (27 v. Chr), is dus hergebuikt.
  12. Curia: bakstenen gebouw op Forum Romanum. De deuren van de St Jan van Lateranen zijn oorspronkelijk de deuren van de Curia.
  13. Basilica: van oorsprong werelds gebouw (handel), qua grondvorm de basis voor christelijke kerken, niet de tempels, die waren te klein, niet bedoeld voor grote bijeenkomsten.
  14. Beelden die vroeger bij de Jan van Lateranen (paleis van de pausen) stonden en nu in het Capitolijns Museum staan: De wolvin met Romulus en Remus: men dacht aanvankelijk dat de wolvin uit de oudheid (wsch 5e eeuw v. Chr.) stamt maar in 2012 is dankzij scannen vast komen te staan dat dat niet kan, moet Middeleeuws (rond 1100) zijn. Romulus en Remus zijn apart gemaakt, in de Renaissance-tijd. Ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius. Dit beeld is bewaard gebleven ondanks dat de christenen alle beelden van antieke goden vernietigden, ze zagen het beeld aan voor dat van Constantijn, de eerste christelijke keizer (werd dat overigens pas op zijn sterfbed). “Il spinario” (de doornentrekker, of tenenklover)
  15. In het Vaticaans museum staat nu: Manshoog beeld van Keizer Augustus: het kleine mannetje onder de keizer is Cupido, zoon van Venus, om de goddelijke afstamming van Augustus te benadrukken.
  16. In het Capitolijns Museum staat ook: een groot Hercules-beeld (herkenbaar aan zijn knots), stond vroeger op het Forum Boarium. Bijzonderheid: Hercules heeft geen baard, omdat Augustus geen baard had, alle andere mannen hadden dat wel. Augustus wilde zich vereenzelvigen met Hercules.

Grappige plaatjes

Voor de liefhebbers (enige beheersing van de Italiaanse taal vereist):

Halteplaats bij het joggen in het park tegenover ons appartement: een loggia met o.a. de volgende gevelstenen:

Praktische zaken: literatuur en vooraf boeken

Geraadpleegde literatuur:

  • De boeken (ringbanden: 4 van circa 30) van “Pappie”, de vader van Sabine, die in de loop van vele jaren met veel humor en anekdotes zowat alle kerken en andere bezienswaardigheden van Italië heeft beschreven.
  • De beschrijvingen/papers van “Loes” (kunsthistorici Loes van Nes en Monique Taminiau) die circa tien jaar geleden een kunstreis naar Rome hebben georganiseerd.
  • SPQR, Anekdotische reisgids voor Rome, van Luc Verhuyck, Atheneum – Polak & Van Gennep, 2001.
  • National Geographic Reisgids Rome.
  • Alle Wegen Van Rome, van Ewout Kieckens, Edicola Publishing, 2015.
  • Kunst & Architectuur: Rome, van Brigitte Hintzen – Bohlen, Tandem Verlag, 2005/2007.

Waar moet je vooraf boeken ?

  • Villa Borghese: ook als je de Villa zonder rondleiding wilt bezoeken is het verstandig van tevoren via internet te boeken. Je kunt voor een bepaalde dag en een bepaald time-slot van twee uur kiezen. Ben je eenmaal binnen dat kun je net zolang blijven als je wilt (uiterlijk tot sluitingstijd).
  • Domus Aurea van Nero: alleen d.m.v. een rondleiding, kan alleen op zaterdag en zondag, maar een beperkt aantal rondleidingen in het Engels. Fenomenale AR-show (Augmented Reality), zoals bij de Ara Pacis.
  • Palazzo Farnese: alleen d.m.v. een rondleiding, in het Engels niet meer dan één keer per week op woensdagmiddag (verder in het Italiaans en Frans), maar voor max. 25 personen, dus al snel volgeboekt. Omdat de Villa nu Franse ambassade is wordt erg moeilijk gedaan over paspoortnummers etc.
  • Musei Vaticani: als je (zonder rondleiding) van tevoren via internet boekt kom je in een minder lange wachtrij. Anders zorgen dat je er meteen om 9.00 uur bent, of tweede helft middag (laatste moment van entree = 16.00 uur, museum gaat dicht om 18.00 uur) in de zomer is het museum ook vrijdagavond open.