Castel Gandolfo: residenza papale

Om hier nu speciaal vanuit Rome naar toe te reizen is misschien wat overdreven maar als je toch in de buurt bent (Frascati, Castelli Romani) is het erg leuk om het buitenverblijf van de Paus te bezoeken.

Volg bij het binnenrijden van Castel Gandolfo de bruine bordjes Ville Pontificie. Als je te vroeg van de doorgaande weg links afslaat, word je naar beneden geleid, naar het deel van Castel Gandolfo dat aan het meer ligt. Ook mooi, maar niet je bestemming. Het dorp Castel Gandolfo heeft een zeer sympathiek, klein centro storico, dat zich goed zou lenen voor de opnames van typisch Italiaanse films: een lang smal straatje met winkeltjes en restaurantjes dat uitkomt op een rechthoekig pleintje, met aan de verste kopse kant de facade van het Palazzo Apostolico. Tussen de huizen door rechts kijk je op het meer van Albano, alsof je in Lugano bent.

Je wilt natuurlijk eerst een capuccino of caffè drinken, dat kan in de Bar links op het pleintje. Daar zie je aan de muur twee oorkondes hangen waarin Paus Benedictus en Paus Franciscus de familie van de eigenaar van harte hun speciale pauselijke zegen geven en daarbij “over hen een nieuwe toevloed (“effusione”) van hemelse genade en de moederlijke bescherming van de Heilige Maagd Maria afroepen, ter wille van een voortdurende groei van hun geloof en liefde”. Opvallend is dat de zegen van Paus Benedictus omvangrijker en hartelijker is dan de wat vormelijker versie van Paus Franciscus. Dat zal ermee te maken hebben dat Benedictus graag op Castel Gandolfo verbleef, misschien ook wel eens een koffie’tje in de bar ging drinken, maar dat Franciscus niets met het luxe zomerverblijf heeft. Dat is in lijn met zijn keuze uit bescheidenheid om in het Vaticaan niet in het Pauselijk paleis te willen wonen maar in het gastenverblijf van het Vaticaan, Domus Santa Marta. Daar verbleef hij ook al tijdens het conclaaf waarin hij werd gekozen. Franciscus heeft een mooi bij hem passend motto gekozen voor zijn pontificaat: “Miserando atque Eligendo” (Gekozen uit genade).
Franciscus is maar één keer in Castel Gandolfo geweest, na zijn verkiezing, voor de “overdracht” van Benedictus, die na zijn abdicatie naar het zomerverblijf was vertrokken. Hij heeft eind 2016 verordonneerd dat het paleis, inclusief de privé-vertrekken, als museum wordt opengesteld voor het publiek. Het is en blijft op extraterritoriaal grondgebied van de Stato della Città del Vaticano (SCV). Dus de oorkonde van Franciscus in de Bar zal meer een moetje zijn geweest.

Het pauselijk paleis bestaat uit een kloek, min of meer vierkant gebouw, meer een soort kasteel, met een grote binnenplaats. Boven de voordeur aan de binnenplaats is een balkon waar de Pausen tot voor kort tijdens hun vakanties op zondag hun wekelijkse zegen uitspraken, zoals ze dat normaalgesproken in Rome op het Sint Pietersplein doen. It’s a 24/7 job.
De hele binnenplaats kan bij regen met een Arena-achtig dak dichtgemaakt worden. Op de binnenplaats staan de auto’s van vorige Pausen, allen van de twee bekende degelijke Duitse merken, de jongere jaargangen gepantserd, ongetwijfeld sinds de aanslag in 1981 op Paus Johannes Paulus II. Er staan ook twee pausmobielen.

Op de eerste verdieping is een museum ingericht met schilderijen van alle pausen vanaf 1500. De audiotour vertelt wat over elk van hen. Ook pauselijke gewaden en attributen zoals draagbaren, tronen, stoelen, zelfs pauselijke schoentjes; verder uniformen van pauselijke hoogwaardigheidsbekleders.

Op de tweede verdieping zijn de werk- en privévertrekken van de Paus: het begint met een aantal zalen met uitzicht op het meer, antichambres voor de troonzaal op de mooiste hoek. De laatste zaal daarvóór is Sala dell’orologio (zaal van de klok): het al eeuwenoude protocol schrijft voor dat een audiëntie bij de Paus van wie dan ook nooit langer duurt dan 20 minuten: time management avant la lettre. Uit de folder blijkt dat er ook een Sala del bigliardo (biljart) is, die is bij de rondleiding overgeslagen.

De schilderijen in de pausvertrekken doen in onze ogen misschien wat lachwekkend aan, maar de pausen zullen er ongetwijfeld inspiratie aan ontleend hebben.
Het paleis heeft een divers uitzicht rondom: één kant meer en bergen, één kant de vlakte, één kant de stad Rome, en één kant de zee (bij helder zicht). Symbool voor de zorg van de Paus voor alles en iedereen ?

Na de Amerikaanse landing in 1944 bij Anzio, waarbij Duitsers behoorlijke weerstand boden, trachtten veel burgers uit de streek het bloedige strijdtoneel te ontvluchten. Paus Pius XII stelde zijn zomerresidentie in Castel Gandolfo voor hen open en verleende zo, dankzij de diplomatieke immuniteit van het complex, een veilig onderdak aan niet minder van 12.000 mensen (zegt de folder). Zijn slaapvertrekken werden ingericht als kraamafdeling, er werden in die maanden 5 kinderen geboren, die “i bambini del Papa”, de kinderen van de Paus, werden genoemd.

De meningen over de opstelling van Paus Pius XII over de jodenvervolging lopen sterk uiteen.

Er zijn historici die vinden dat Pius XII het nazisme onvoldoende heeft veroordeeld en geen actief beleid heeft gevoerd om joden te helpen, sterker nog, de Duitsers bij de jodenvervolging behulpzaam is geweest. Omdat hij voordat hij Paus werd jarenlang Pauselijk nuntius in München was geweest zou hij een zekere affiniteit met de Duitsers hebben gehad. Op die mening is het theaterstuk: “Der Stellvertreter” van Rolf Hochhuth gebaseerd.

En er zijn er die vinden dat de Paus, o.a. via Radio Vaticana, juist onophoudelijke tegen de jodenvervolging in Europa heeft geprotesteerd. Hij zou geen ‘stilte’ maar ‘voorzichtigheid’ betracht hebben ten aanzien van Hitler-Duitsland, bovendien duizenden Joden in Rome hebben laten onderduiken, terwijl het gevaar dreigde dat Hitler de soevereiniteit van Vaticaanstad zou schenden.

De audiotour in Castel Gandolfo, natuurlijk niet geheel onbevooroordeeld, vertelt het volgende: de Joden in Rome waren door Mussolini en consorten, die sowieso niet zoveel met de jodenvervolging ophadden als de Duitsers, met rust gelaten. Toen de Duitsers in 1943 de macht in Noord- en Midden-Italië hadden overgenomen kwam in september het bevel uit Berlijn om het Romeinse getto te ontruimen en alle Joden te deporteren. Maar de lokale SS besloot het bevel niet op te volgen, mits de Joodse gemeenschap een forse hoeveelheid goud als “losgeld” aan de Duitsers zou geven. Omdat de Joden die hoeveelheid niet zelf bij elkaar kregen zou de Paus de rest hebben bijgelegd. Een maand later werd een fanatieke SS-er uit Berlijn naar Rome gestuurd, die alsnog ruim duizend Joden naar Auschwitz heeft laten deporteren. Daarvan overleefden er zestien het vernietigingskamp. In het getto in Rome, ik meen in de Via della Reginella, de verbindingsstraat tussen de lange Via del Portico d’Ottavia en het pleintje met het Piazza Mattei (met de Fontana delle Tartarughe – schildpaddenfontein), is op gevelstenen te lezen over de jodendeportatie.